Toelichting op de geconsolideerde balans
1. Immateriële vaste activa | |||||||||||
Bedragen x € 1.000 | |||||||||||
Beurstitels | Goodwill | Software | Overige | Totaal 2019 | Totaal 2018 | ||||||
Stand per 1 januari | |||||||||||
Aanschaffingswaarde | 31.136 | 4.353 | 8.356 | 500 | 44.345 | 43.415 | |||||
Cumulatieve afschrijvingen | |||||||||||
en waardeverminderingen | -29.489 | -4.030 | -5.509 | -500 | -39.528 | -37.332 | |||||
Boekwaarde per 1 januari | 1.647 | 323 | 2.847 | - | 4.817 | 6.083 | |||||
Verloop in het boekjaar | |||||||||||
Boekwaarde per 1 januari | 1.647 | 323 | 2.847 | - | 4.817 | 6.083 | |||||
Investeringen | - | - | 1.805 | - | 1.805 | 933 | |||||
Desinvesteringen | - | - | -797 | - | -797 | - | |||||
Afschrijvingen | -549 | -323 | -1.509 | - | -2.381 | -1.739 | |||||
Terugboeking cumulatieve afschrijving | |||||||||||
wegens desinvestering | - | - | 797 | - | 797 | - | |||||
Waardeverminderingen | - | - | -366 | - | -366 | -459 | |||||
Overige mutaties | - | - | 9 | - | 9 | -1 | |||||
Boekwaarde per 31 december | 1.098 | - | 2.786 | - | 3.884 | 4.817 | |||||
Stand per 31 december | |||||||||||
Aanschaffingswaarde | 31.136 | 4.353 | 9.370 | 500 | 45.359 | 44.345 | |||||
Cumulatieve afschrijvingen | |||||||||||
en waardeverminderingen | -30.038 | -4.353 | -6.584 | -500 | -41.475 | -39.528 | |||||
Boekwaarde per 31 december | 1.098 | - | 2.786 | - | 3.884 | 4.817 |
De resterende waarde van de beurstitels betreft internationale activiteiten en wordt in 5 jaar afgeschreven.
Goodwill wordt in 10 jaar afgeschreven. Deze afschrijvingstermijn is bepaald op basis van verwachte toekomstige rendementen en een inschatting van de zekerheid hiervan.
Voor een bedrag van € 2,1 miljoen aan software is volledig afgeschreven. De betreffende software is nog in gebruik en derhalve niet gedesinvesteerd.
2. Materiële vaste activa | |||||||||||||
Bedragen x € 1.000 | |||||||||||||
Gebouwen en terreinen | In uitvoering | Machines, installaties en inventaris | ICT-middelen | Transport-middelen | Totaal 2019 | Totaal 2018 | |||||||
Stand per 1 januari | |||||||||||||
Aanschaffingswaarde | 246.863 | 1.280 | 22.865 | 9.598 | 331 | 280.937 | 279.574 | ||||||
Cumulatieve afschrijvingen | |||||||||||||
en waardeverminderingen | -164.603 | - | -19.893 | -7.932 | -211 | -192.639 | -183.547 | ||||||
Boekwaarde per 1 januari | 82.260 | 1.280 | 2.972 | 1.666 | 120 | 88.298 | 96.027 | ||||||
Verloop in het boekjaar | |||||||||||||
Boekwaarde per 1 januari | 82.260 | 1.280 | 2.972 | 1.666 | 120 | 88.298 | 96.027 | ||||||
Investeringen | 1.163 | 4.488 | 303 | 319 | 50 | 6.323 | 2.813 | ||||||
Desinvesteringen | -3.187 | - | -1.420 | -2.315 | -5 | -6.927 | -1.404 | ||||||
Gereedgekomen | 179 | -184 | 5 | - | - | - | - | ||||||
Afschrijvingen | -6.675 | - | -1.124 | -754 | -28 | -8.581 | -9.651 | ||||||
Terugboeking cumulatieve afschrijving | |||||||||||||
wegens desinvestering | 3.187 | - | 1.420 | 2.315 | 5 | 6.927 | 1.398 | ||||||
Waardeverminderingen | -30 | - | -21 | - | - | -51 | -852 | ||||||
Overige mutaties | 1 | - | -8 | 3 | - | -4 | -33 | ||||||
Boekwaarde per 31 december | 76.898 | 5.584 | 2.127 | 1.234 | 142 | 85.985 | 88.298 | ||||||
Stand per 31 december | |||||||||||||
Aanschaffingswaarde | 245.019 | 5.584 | 21.736 | 7.610 | 376 | 280.325 | 280.937 | ||||||
Cumulatieve afschrijvingen | |||||||||||||
en waardeverminderingen | -168.121 | - | -19.609 | -6.376 | -234 | -194.340 | -192.639 | ||||||
Boekwaarde per 31 december | 76.898 | 5.584 | 2.127 | 1.234 | 142 | 85.985 | 88.298 |
De boekwaarde van de gebouwen en terreinen | |||
2019 | 2018 | ||
Terreinen | 29.600 | 29.600 | |
Expositiegebouwen | 45.387 | 50.736 | |
Parkeervoorzieningen | 509 | 280 | |
Overige gebouwen en bouwkundige voorzieningen | 1.402 | 1.644 | |
76.898 | 82.260 |
In 2016 is er een grondruilovereenkomst met de gemeente Utrecht gesloten. De grondruil bestond uit twee delen. De gemeente heeft aan Jaarbeurs de gronden waar de toekomstige activiteiten plaatsvinden (westelijk deel) in eeuwigdurende erfpacht gegeven.
De gemeente heeft van Jaarbeurs hal 1, parkeerplaatsen (het oostelijk deel van het terrein) en gronden grenzend aan de Van Zijstweg in eigendom verworven. Jaarbeurs heeft tot 1 januari 2023 het gebruiksrecht van deze terreinen. Hierna kan de gemeente dit gebied ontwikkelen.
Onder de desinvesteringen gebouwen en terreinen zijn begrepen in het verleden geactiveerde verbouwingskosten van Trade Mart Utrecht (€ 2,1 miljoen). De desinvesteringen in ICT-middelen betreffen met name computerapparatuur welke niet meer in gebruik is.
Vrijwel alle expositiegebouwen staan op in erfpacht verkregen grond. De looptijd van de erfpachtcontracten is deels eeuwigdurend en deels tot 2070 (Beatrixgebouw).
Per balansdatum is er voor € 3,8 miljoen aan activa in bestelling.
3. Financiële vaste activa | ||||||||||
Deelnemingen | Latente belastingen | Overige vorderingen | Totaal 2019 | Totaal 2018 | ||||||
Stand per 1 januari | - | 4.598 | 2.900 | 7.498 | 10.583 | |||||
Investeringen | 344 | - | - | 344 | 76 | |||||
Desinvesteringen | - | -470 | -23 | -493 | -3.161 | |||||
Stand per 31 december | 344 | 4.128 | 2.877 | 7.349 | 7.498 |
De latente belastingen hebben voornamelijk betrekking op een fiscaal afwijkende waardering van de materiële vaste activa. Ze hebben een overwegend langlopend karakter.
Het saldo per 31 december 2019 van de overige vorderingen betreft een langlopende vordering op de gemeente Utrecht (€ 2,3 miljoen) uit hoofde van de grondruilovereenkomst uit 2016 alsmede een in 2012 verstrekte lening aan het Helen Dowling Instituut (€ 0,6 miljoen) ter medefinanciering van zijn maatschappelijke activiteiten. In 2018 zijn nieuwe afspraken gemaakt met het Helen Dowling Instituut, waarin is bepaald dat de lening in 30 jaar wordt afgelost en dat de rentevergoeding vanaf 2018 1% per jaar bedraagt.
4. Vorderingen | ||||
2019 | 2018 | |||
Handelsdebiteuren | 20.124 | 17.281 | ||
Vooruitbetaalde kosten | 11.212 | 8.385 | ||
Vennootschapsbelasting | 100 | 105 | ||
Overige vorderingen | 2.808 | 4.300 | ||
34.244 | 30.071 |
Het merendeel van de vorderingen vervalt binnen 1 jaar. De hoogte van de voorziening voor mogelijke oninbaarheid van handelsdebiteuren is thans € 2,2 miljoen (2018: € 1,2 miljoen). Deze voorziening is verantwoord onder de handelsdebiteuren.
De vooruitbetaalde kosten hebben met name betrekking op beurzen en activiteiten welke na 31 december worden gehouden alsmede met vooruitbetaalde huur voor de parkeerterreinen P1 en P3 welke in het kader van de grondruilovereenkomst eigendom van de gemeente zijn geworden. Een bedrag van € 1,0 miljoen aan vooruitbetaalde kosten heeft betrekking op een periode > 1 jaar.
De daling van de overige vorderingen wordt met name veroorzaakt doordat een vordering van € 1,0 miljoen op de gemeente Utrecht inzake de grondruilovereenkomst in 2019 is afgerekend.
5. Liquide middelen
De liquide middelen bestaan voor € 52,5 miljoen (2018: € 41,0 miljoen) uit deposito’s met termijnen variërend van 1 tot 6 maanden, waarvan € 7,7 miljoen ter vrije beschikking staat.
6. Eigen vermogen | ||||||
2019 | 2018 | |||||
Stand per 1 januari | 139.240 | 131.622 | ||||
Nettoresultaat | 12.383 | 7.635 | ||||
Koersverschillen groepsmaatschappijen | -8 | -17 | ||||
Totaal resultaat | 12.375 | 7.618 | ||||
Stand per 31 december | 151.615 | 139.240 |
7. Minderheidsbelang derden | ||||
2019 | 2018 | |||
Stand per 1 januari | 2.793 | 2.021 | ||
Uitgekeerd dividend | -2.067 | -1.972 | ||
Resultaat boekjaar | 2.893 | 2.057 | ||
Koersverschillen | -31 | -16 | ||
Investeringen | - | 703 | ||
Desinvesteringen | -243 | - | ||
Stand per 31 december | 3.345 | 2.793 |
Het minderheidsbelang derden bestaat ultimo 2019 met name uit het minderheidsbelang van 30% in VNU Exhibitions Asia Ltd.
8. Voorzieningen | |||||||
Reorganisatievoorziening | Overige voorzieningen | Totaal 2019 | Totaal 2018 | ||||
Stand per 1 januari | 1.382 | 4.087 | 5.469 | 7.004 | |||
Toevoeging | 350 | 299 | 649 | 1.776 | |||
Onttrekking | -1.382 | -498 | -1.880 | -3.311 | |||
Stand per 31 december | 350 | 3.888 | 4.238 | 5.469 |
De reorganisatievoorziening per 31 december 2019 betreft verplichtingen uit hoofde van aanpassingen van de organisatie en is inclusief advies- en begeleidingskosten.
In de overige voorzieningen zijn o.a. opgenomen een voorziening voor milieu-aanpassingen (€ 2,0 miljoen), een voorziening voor asbestsaneringswerkzaamheden (€ 0,9 miljoen) en een voorziening voor het verwijderen van rioolbuizen (€ 0,6 miljoen).
De voorzieningen hebben deels een kortlopend maar overwegend een langlopend karakter.
9. Kortlopende schulden | ||||
2019 | 2018 | |||
Vooruitgefactureerde opbrengsten | 39.672 | 48.028 | ||
Handelscrediteuren | 11.539 | 7.214 | ||
Vennootschapsbelasting | 5.782 | 2.806 | ||
Overige belastingen en premies sociale verzekeringen | 4.298 | 6.341 | ||
Pensioenfonds | - | 71 | ||
Overige schulden | 8.922 | 5.739 | ||
70.213 | 70.199 |
De maximale kredietfaciliteit bij kredietinstellingen bedraagt € 3,5 miljoen (2018: € 3,5 miljoen).
De vooruitgefactureerde opbrengsten hebben betrekking op beurzen en activiteiten welke na 31 december worden gehouden. De afname ten opzichte van 2018 wordt veroorzaakt door de beurzencyclus.
De kortlopende schulden hebben een looptijd korter dan 1 jaar.
Financiële instrumenten
Algemeen
De onderneming maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de onderneming blootstelt aan marktrisico (inclusief valutarisico), kredietrisico en liquiditeitsrisico. De met deze financiële instrumenten verbonden risico’s en het beleid om deze risico’s te beperken zijn hieronder toegelicht.
Kredietrisico
Het mogelijke kredietrisico ten aanzien van vorderingen in financiële vaste activa en handels- en overige vorderingen wordt voortdurend bewaakt. Indien nodig wordt een voorziening genomen. Per einde boekjaar is er geen belangrijke concentratie van kredietrisico aanwezig en is de benodigde voorziening gering.
Renterisico
Omdat er geen noemenswaardige opgenomen leningen zijn is er geen renterisico. Ook niet met betrekking tot de beschikbare liquiditeiten omdat deze tegen een risicoloze rentevergoeding bij kredietwaardige banken worden weggezet.
Valutarisico
Als gevolg van de internationale activiteiten loopt de onderneming, uit hoofde van de in de balans opgenomen vorderingen en schulden op buitenlandse ondernemingen en toekomstige transacties, valutarisico met betrekking tot de Chinese Renminbi en de Thaise Baht. Het beleid van de onderneming is, gezien de geringe omvang van de buitenlandse activiteiten en het merendeels herinvesteren van de beschikbare liquiditeiten in de landen zelf, om geen van in de balans opgenomen vorderingen en schulden af te dekken.
Prijsrisico
De onderneming heeft in 2019 geen genoteerde beleggingen en kent als gevolg daarvan geen prijsrisico.
Liquiditeitsrisico
De onderneming gebruikt geen externe financiering en ziet erop toe dat de aanwezige liquide middelen steeds voldoende beschikbaar zijn door gebruik te maken van deposito’s met een voornamelijk korte looptijd. De waarde van de liquide middelen zijn reëel.
Kasstroomrisico
De onderneming voorziet geen risico dat toekomstige kasstromen verbonden aan een financieel instrument zullen fluctueren in omvang.
De reële waarde van de financiële instrumenten wordt bepaald door de verwachte kasstromen contant te maken tegen een disconteringsvoet die gelijk is aan de geldende risicovrije marktrente voor de resterende looptijd vermeerderd met krediet- en liquiditeitsopslagen. De reële waarde van de in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide middelen, langlopende en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan.
Niet in de balans opgenomen verplichtingen
Meerjarige financiële verplichtingen
Er zijn langlopende onvoorwaardelijke verplichtingen aangegaan ter zake van erfpacht, huur en operationele leasing. Deze verplichtingen kunnen naar aard en looptijd als volgt worden gespecificeerd (in € miljoen):
Niet uit de balans blijkende verplichtingen | ||||||||
< 1 Jaar | 1-5 Jaar | > 5 Jaar | Totaal | |||||
Erfpacht | 0,1 | 0,3 | 3,4 | 3,8 | ||||
Huur | 0,8 | 3,1 | 0,8 | 4,7 | ||||
Operationele leasing | 0,2 | 0,2 | - | 0,4 | ||||
1,1 | 3,6 | 4,2 | 8,9 |
Het merendeel van de terreinen is in erfpacht verkregen, deels eeuwigdurend en deels tot 2070.
De jaarlijkse huurverplichtingen hebben een gemiddelde resterende looptijd van ca. 3 jaar en betreffen voornamelijk pandhuur- verplichtingen. Van de jaarlijkse operationele leaseverplichtingen betreft het merendeel autolease-verplichtingen met een gemiddelde resterende looptijd van 1,3 jaar.
Naast deze verplichtingen is Jaarbeurs verplichtingen aangegaan voor de bouw van een expeditiebrug (€ 3,4 miljoen) en voor advisering met betrekking tot de ontwikkeling van het Masterplan (€ 0,8 miljoen).
Belastingen
Vennootschapsbelasting
De vennootschap vormt samen met alle in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen 100% groepsmaatschappijen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. De vennootschap is hoofdelijk aansprakelijk voor de fiscale schulden van de fiscale eenheid als geheel.
Omzetbelasting
Voor de omzetbelasting is er een fiscale eenheid gevormd bestaande uit Jaarbeurs Vastgoed B.V., Jaarbeurs B.V., Jaarbeurs Catering Services B.V. en VNU Exhibitions Europe B.V. Per 1 augustus 2018 is tevens JaarbeursCateringJobs B.V. gevoegd in deze fiscale eenheid.